Guido Totté over de eerste betogingen

Guido Totté over de eerste betogingen

David Davidse over aids

David Davidse over aids

Guido Totté over aids

Guido Totté over aids

Bloei! Maar dan…

Zo rond 1980 beleeft de Vlaamse homobeweging een bloeiperiode. Er zijn groepen van uiteenlopende aard actief (van gezellige tot provocatieve), geuzennamen komen in zwang, artikel 372bis staat volop in de aandacht… Er is elan, enthousiasme en, dan is er crisis. Vlaanderen verrechtst, de politie registreert privégegevens van homo’s, aids verschijnt ten tonele en de interne spanningen binnen de homobeweging lopen op.

Bron FSDOp 5 mei 1979 vind in Antwerpen de tweede homodag plaats, gevolgd door de janettennacht. Met de janettencultuur wilde de Rooie Vlinder aangeven dat het niet zielig is om homo te zijn, maar iets waar je blij van kan worden, trots op kan wezen. Janet was een geuzennaam van het linkse de Rooie Vlinder, een actiegroep voor de bevrijding van homoseksualiteit. Binnen de vrouwengroepen was een vergelijkbare strijdbaarheid te zien, verwoord in het radicaal feminisme, al dan niet gecombineerd met het socialisme.

Bron FSDBron Rosadoc

De groei die eind jaren zeventig was ingezet, gaat in het begin van de jaren tachtig gewoon door: er worden meer en meer groepen opgericht, er zijn radioprogramma’s en homotheater, er verschijnen boeken over homoseksualiteit, er worden congressen en studiedagen georganiseerd. Homo’s en lesbiennes geven voorlichting op scholen en er wordt een wetsvoorstel  ingediend voor een antidiscriminatiewet. Zelfs de FWH heeft steeds meer oog voor actie, al blijft onthaal en ontmoeting toch in de praktijk vaak het belangrijkste voor de leden.

Internationale homo -en lesbiennedag Internationale homo -en lesbiennedag

Samen met de FWH, het Brusselse CCL en andere organisaties organiseert de Rooie Vlinder in 1980 de nationale homo- en lesbiennedag in Brussel.

Bron Rosadoc Op zich is die samenwerking wel bijzonder, omdat de verschillende organisaties het vaak oneens waren over de koers die gevaren moest worden: hoe radicaal moet de homobeweging zijn? Hoe stelt ze zich op in de discussies rond bijvoorbeeld artikel 372bis? Kwesties als deze zorgden voor een niet al te beste verstandhouding tussen de Rooie Vlinder en de FWH. In 1981  kwam er een einde aan de Rooie Vlinder. Ze werd opgevolgd door onder meer het Roze Aktiefront (RAF).

Uiteindelijk zou ook de FWH bijna verdwijnen, grotendeels door interne spanningen.  Mannen en vrouwen hadden verschillende belangen. Maar ook  professionelen en vrijwilligers,  gelovigen en atheïsten , en verschillende politieke voorkeuren zorgden voor verdeeldheid. De tegenstellingen waren te groot, en midden jaren tachtig lag de homobeweging op z’n gat. Zelfs in de afzonderlijke centra, zelfs bij het RAF gebeurde er relatief weinig meer.

Tegelijkertijd stak de economische crisis de kop op. Er verschenen personeelsadvertenties waaruit bleek dat homo’s niet gewenst waren. Een journalist bewees dat de politie persoonsgegevens van homoseksuelen registreerde. Er was in de hele maatschappij een verrechtsing merkbaar. Bijgevolg doken veel homo’s en lesbiennes die tot die tijd out & proud waren, terug in de kast.

En dan was er nog de opkomst van aids in Europa, een nieuwe ziekte die al snel de naam kreeg van homoziekte of homopest. Er waren nog  geen aidsremmers. Wie de ziekte kreeg zou daar quasi zeker aan overlijden.

Wat een hoogtepunt had moeten zijn, de afschaffing van artikel 372bis in 1985, ging bijna onopgemerkt voorbij. En een belangrijke verenigende factor was hiermee ook verdwenen.