Patrick Reyntiens vertelt over het ontstaan van hiv-organisaties.

Patrick Reyntiens vertelt over het ontstaan van hiv-organisaties.

Chris Lambrechts vertelt over de eerste initiatieven rond hiv.

Chris Lambrechts vertelt over de eerste initiatieven rond hiv.

An David en Marleen De Smet over de keuze voor lesbiennedagen.

An David en Marleen De Smet over de keuze voor lesbiennedagen.

Hans Soetaert vertelt over de jongerengroepen.

Hans Soetaert vertelt over de jongerengroepen.

Majo Van Ryckeghem vertelt over Ook-zo-themaweekends.

Majo Van Ryckeghem vertelt over Ook-zo-themaweekends.

Vallen en opstaan

1985-1990

De Homokrant van maart 1987Na 1985 luidde de voornaamste opdracht van de homo- en lesbiennebewegingen en de Federatie Werkgroepen Homofilie (FWH) in het bijzonder: restauratie. De FWH bevond zich in een gigantische chaos, keek op tegen een enorme schuldenberg en had enkele processen tegen zich lopen. Ook de subsidies werden sterk teruggeschroefd met 800.000 frank, of 20.000 euro. Afzonderlijke bladen zoals ‘Sansevieria’, ‘FWH-info’ en de knipselkrant werden geschrapt, en de ‘Homokrant’ telde niet langer 32, maar 8 zwart-witpagina’s en werd ter compensatie elke maand gratis opgestuurd naar wie erom vroeg. 

 

Anderzijds_lrNa enkele maanden van zwarte sneeuw en een allesbehalve gezellige sfeer binnen het FWH, kwam er opnieuw meer begrip voor elkaar en de vastberadenheid om samen voor het voortbestaan van de federatie te vechten groeide. Aangezien de federatie vooral op interne aangelegenheden focuste en op het ondersteunen van de aangesloten verenigingen, was ze in de periode na 1985 erg onzichtbaar. Ze was ook niet langer de spil van het homo/lesbisch gebeuren, waardoor het landschap van homo- en lesbiennewerkingen versnipperde. Bovendien stonden ook hier de spanningen tussen mannen en vrouwen nieuwe initiatieven in de weg, waarop Homo- en Lesbiennepers (H.E.L.P.) een antwoord probeerde te bieden met het blad ‘Anderzijds’. H.E.L.P. nam nadrukkelijk een onafhankelijke positie in tegenover de verschillende homo- en lesbische initiatieven. Ook in de periode na 1985 bleef het R.A.F. uitdagen en prikkelen, onder meer met het populaire eigen blad ‘De Janet van Antwerpen’, al was de groep zelf niet voldoende solide en uitgebouwd om zelf de homowerking te trekken. 

Ook de lesbiennes lieten zich niet onbetuigd. De oudste nog bestaande autonome lesbiennegroep, het Antwerpse Atthis, ging door een moeilijkere periode, maar de Gentse Vereniging Lesbisch Doe Front stapte naar voren. Zij namen in 1987 het initiatief om de Lesbiennedag die hiervoor in Antwerpen georganiseerd werd, verder te zetten in Gent. Daarnaast organiseerde lesbienneverenigingen vormingsweekends, zoals het Ook-zo-weekend van het Leuvense ‘Vorming tot Bevrijding’.  

VerkeerdGeparkeerdIn 1986 werd bovendien de eerste jongerengroep opgericht, naar Nederlands voorbeeld. Hierbij viel de keuze op onafhankelijkheid, om niet verwikkeld te raken in de onderlinge strijd tussen oudere verenigingen, zoals die tussen het R.A.F. en de FWH. Ook de spanningen tussen vrouwen en mannen werden bij deze jongeren aan de kant geschoven. Flik Flak inspireerde ook andere jongeren om nieuwe initiatieven op te richten, zoals er waren: Verkeerd Geparkeerd (Gent), Flik Flak II (Mol) en Pink Youth (Brugge). 

 

De AIDS-problematiek was nog niet van de agenda. De sensationele inslag van nogal wat mediabijdragen en het trage optreden van de overheid om op een correcte en degelijke manier aan voorlichting te doen, dwongen de verenigingen tot actie. Het FWH deelde informatiefolders aan de eigen doelgroep uit, gaf persconferenties en zou later mee de Stichting AIDS Gezondheidszorg oprichten. Er heerste immers de angst dat de maatschappelijke vijandigheid ten aanzien van homo’s opnieuw zou toenemen. In het GOC te Antwerpen kwam er de Werkgroep AIDS-preventie en begeleiding, het latere Aidsteam, ook al was er schrik om de associatie homoseksualiteit en AIDS zo nog sterker te benadrukken. Na een eerste initieel contact met het Instituut voor Tropische Geneeskunde eind 1986, volgde een initiële actie rond de verspreiding van condooms voor anale contacten, werd een hypotheek genomen op de gemeenschappelijke woonst om het project van de AIDS-bus te financieren en werden vormingen in scholen georganiseerd. Ook verpleegkundigen werden via brochures geïnformeerd en er werd een seropositievenlijn opgericht. In de jaren ’90 werd samen met de overheid de bekende campagne Zet ‘m op gelanceerd. Verschillende aidsorganisaties zouden in 2001 integreren in Sensoa, dat ook vandaag nog de opdracht heeft de seksuele gezondheid in Vlaanderen te bevorderen.

Aidsteam    Condooms    Zet ’m op

Na twee jaar van optimisme ging de FWH opnieuw aan het wankelen. Een behoudsgezinde opstelling van de koepel zorgde ervoor dat medewerkers met goede bedoelingen zich hiervan afkeerden. In 1988 werden belangrijke statutenwijzigingen gestemd, die minder macht aan individu’s toekenden en meer belang hechtten aan de vertegenwoordigers van de verenigingen. Er kwam een nieuw bestuur, waarin openheid centraal stond. De ‘Homofilie’ in de volledige naam van de FWH werd vervangen door ‘Homoseksualiteit’, om de behoudsgezinde stempel op de organisatie te verliezen. 

1990-1995: Van wankelen naar spurten 

De Roze ZaterdagAangezien discriminatie ten opzichte van homoseksualiteit nog niet op de politieke agenda stond, werd dit een van de belangrijkste werkpunten van de FWH. Er werd een interpartijengroep opgericht om de aandacht te vestigen op het antidiscriminatiewetsvoorstel. Hiervoor werd ook de Roze Zaterdag opgericht, op aandringen van het R.A.F. De eerste editie was op 5 mei 1990 een feit. Toch kwam er ook kritiek op het initiatief, voornamelijk vanuit het GOC, dat de betoging als een gemakkelijkheidsoplossing beschouwde die weinig zoden aan de dijk bracht. Aangezien de Roze Zaterdag voor een grotere zichtbaarheid van homoseksualiteit moest zorgen, werd er gevreesd voor een foutieve beeldvorming ervan in de op sensatie beluste Belgische en Vlaamse media. Toch zou de Roze Zaterdag blijven bestaan, eerst georganiseerd door de Roze’90, later door de Belgian Lesbian and Gay Pride (BGLP). 

ZIZOIn het begin van de jaren negentig verhuisde de FWH naar Gent, om er aan de slag te gaan met een grotendeels vernieuwd team en met aandacht voor nieuwe thema’s zoals welzijn en een sterkere organisatiestructuur op basis van cellen. De FWH won opnieuw aan vertrouwen en uitstraling. In 1993 werd ZiZo opgericht, een samenvoeging van de Janet (ondertussen onafhankelijk van het R.A.F.) en de Homo- en Lesbiennekrant van de FWH. Er ontstonden allerhande verenigingen, van jongerengroepen tot groepen voor ouders van holebi’s. Het woord ‘holebi’ werd trouwens bedacht op het FWH-secretariaat en dook voor het eerst op toen de koepel in 1992 voor het eerst een holebiprijs instelde voor de meest verdienstelijke homo, lesbienne of biseksueel van het jaar. 

Ook politiek ging de bal stilaan aan het rollen: via verschillende subsidieprojecten ontstond er een zekere expertise binnen de koepel om homoseksualiteit  en gelijke rechten voor holebi’s op de politieke agenda te plaatsen. Niet te onderschatten is daarbij de aandacht die de media besteedden aan holebi’s, niet in het in minst in de hand gewerkt door een groeiend arsenaal BV’s dat openlijk voor zijn/haar seksuele voorkeur uitkwam.  

Gelijke KansenNochtans kwam er ook tegenkanting: reeds voor de affaire Dutroux was een verpreutsing aan de gang, met aanvallen op het antidiscriminatiewetsvoorstel vanuit het Vlaams Blok en katholieke hoek als opvallendste tekenen aan de wand. Door de affaire Dutroux werd seksualiteit met misbruik gelinkt. Toch werden FWH en Wel Jong Niet Hetero dankzij decretale herzieningen als verenigingen erkend, wat een reuzensprong voorwaarts betekende. Nieuwe subsidies brachten nieuwe projecten met zich mee en stelde de verenigingen in staat te professionaliseren