Binnen de homobeweging ontstonden in de jaren ‘70 diverse nieuwe groepen en gaan er ook ten onder. Er zijn fusies en splitsingen en homo’s en lesbiennes gaan voor het eerst de straat op als homo’s en lesbiennes. De katholieke kerk blijft een rol spelen.
In december 1970 vindt iets opmerkelijks plaats: in de BRT-reportage Zo Zijn, doet de bekende zanger Will Ferdy zijn coming-out.
Hij was de eerste bekende persoon in Vlaanderen die op televisie vertelde over zijn homoseksualiteit. Er was op voorhand al aandacht besteed aan het programma, en enorm veel kijkers stemden af om deze mijlpaal mee te maken. De uitzending leidde tot heel wat ophef en discussie, waarin ook Wilfried Lammens een rol speelde. Die invloed was belangrijk; juist omdat er een priester bij betrokken was, had de boodschap meer impact.
In verschillende steden waren er nu groepen actief. Een eerste poging om een coördinerend landelijk orgaan op te richten in 1971 kende weinig succes. Kort nadien, in 1972, werd Infoma opgericht.
Deze Vlaamse groep moest de acties van de verschillende groepen coördineren op het gebied van informatie en voorlichting. Er kwamen infobrochures, een tijdschrift (Infoma-Nieuws) en Infoma werd onder leiding van Jackie Boeykens een vzw. Voordeel was dat het hierdoor mogelijk werd subsidies te krijgen en personeel aan te werven. Maar er waren ook nadelen. Men was bang dat het evenwicht tussen werking naar homo’s en lesbiennes en werking naar buiten zou worden verstoord, dat het vrijwilligers zou afstoten en dat de autonomie van de lokale groepen zou worden aangetast.
Ondertussen gebeurde er iets nieuws: homo’s en lesbiennes gingen de straat op als zichzelf, dus onder de noemer ‘homo’s en lesbiennes’. Ze demonstreerden niet voor hun eigen rechten, maar liepen mee als sympathisanten in de abortusdemonstratie in Gent in 1973. Abortus was een belangrijk thema voor de feministische beweging waarin heel wat lesbiennes actief waren die minder zichtbaar waren als homofiele vrouw. Deze keer gingen zij wel expliciet de straat op als lesbiennes.
Het was toen dat er in Vlaanderen de eerste lesbiennegroep werd opgestart: Sappho in Gent (1974). In 1978 volgde Antwerpen met Atthis, een vereniging die ook vandaag nog bestaat.
Naast Infoma bestond nog steeds de PWH, als christelijke koepel. De PWH was binnen de context van de kerk strijdlustig en wilde een einde maken aan vooroordelen binnen en buiten de kerk. Dat laatste viel niet overal in goede aarde. De Antwerpse bisschop greep in, en in 1973 moest PWH verder onder een minder expliciete naam: Diensten- en informatiecentrum Sjaloom vzw. In 1975 werd beslist tot decentralisatie: de Federatie van Vlaamse Sjaloomgroepen, met een groep in elke provincie en een in Brussel. In 1976 erkende de minister Sjaloom als nationale organisatie voor volksontwikkeling.
Het spreekt vanzelf dat Infoma dat ook wel zag zitten. In plaats van een extra koepelorganisatie op te zetten besloten Sjaloom en Infoma te fuseren tot de Federatie Werkgroepen Homofilie, de FWH. In 1978 ontvangt de FWH 800.000 frank subsidie (circa 20.000 euro), waardoor ze personeel in dienst kon nemen en activiteiten uitbouwen.
Ondertussen komen er nieuwe lesbische groepen bij. Vanaf 1978 zijn er Atthis (in Antwerpen) en Liever Heks en Çatal Hüyük (in Gent).
Niet alle groepen maakten deel uit van de FWH. De Rooie Vlinder (opgericht in 1976, ter ziele in 1981) deed niet mee. Deze “links-feministische” groep stond vaak op gespannen voet met de FWH, omdat ze confronterender was en geen zin had in de voorzichtige, brave aanpak van het FWH. Op 18 maart 1978 organiseert de Rooie Vlinder in Gent de eerste homodag.